Nieuwsbrief
4 november 2019
Nieuws van de DBNL - november 2019
Nieuwe titels van november
De hele Bibelebontse berg (1989) is een handboek over de geschiedenis van de jeugdliteratuur, geschreven door onderzoekers als Frits van Oostrom, Aukje Holtrop en Kees Fens, gericht op een breed publiek. Niet eerder was er over de jeugdliteratuur uit Nederland en Vlaanderen een werk verschenen dat zo omvangrijk was (710 pagina’s) of zo rijk geïllustreerd. Je moest er destijds dan wel 125 gulden (zo’n 60 euro) voor betalen. De DBNL brengt deze maand de tweede druk uit 1990 online.
August Snieders (1825-1904) was een Vlaams letterkundige, journalist en schrijver. Hij groeide op in het Nederlandse Bladel in een gezin met negen zonen en begon zijn carrière als letterzetter, om deze te eindigen als hoofdredacteur van Het Handelsblad in Antwerpen, een functie die hij vijftig jaar zou vervullen. In 1848 verscheen zijn eerste dichtbundel, in 1851 zijn eerste verhalenbundel. Van 1924 tot 1934 werd zijn verzameld werk uitgebracht, waarvan de DBNL deze maand vijftien delen online brengt, waaronder de historische roman Oranje in de Kempen en zijn novellenbundel Fata morgana. Ook zijn broer Jan Renier (1812-1888) was verdienstelijk schrijver. Van hem verschijnen acht werken in de DBNL.
Het nut der tegenspoeden (1762) van Lucretia van Merken is een lang leerdicht, met als boodschap dat het geloof een antwoord biedt op alle levensvragen. En zoals de titel al verraadt, leerde het je vooral om te gaan met de tegenslag in je leven. Vertrouw op Gods goede intenties was de boodschap en dat deed Van Merken nadat zij haar zus en ouders had begraven; ze schreef direct daarna dit werk, dat een bestseller avant la lettre zou worden. Het leerdicht verscheen samen met brieven en andere gedichten van Van Merken, nu te lezen in de DBNL.
Verder online vier romans van Alie Smeding, waaronder Naakte waarheid, populair vanwege zijn ‘naturalistische inhoud’, jaargangen van Bzzlletin met onder andere een themanummer over Annie M.G. Schmidt en de voorlopig laatste jaargangen van Onze Taal, deze keer met artikelen over Europees scheldgedrag en net niet schunnige liedjes. Hiermee staan alle jaargangen van Onze Taal van 1932 tot en met 2014 online.
De schatkamer van… Berthold van Maris
‘Ik hou ervan om dingen te ontdekken in de literatuur en ben vooral geïnteresseerd in allerlei minder bekende, soms zelfs vrij obscure teksten. De buitenbeentjes zijn namelijk vaak net zo interessant, soms zelfs interessanter dan de bekende namen. En dat geldt zeker voor de literatuur van de Gouden Eeuw. Dankzij DBNL heb ik de afgelopen jaren in de verloren momenten van mijn leven uitgebreid kunnen ronddwalen in allerlei zeventiende-eeuwse teksten. Sommige daarvan zou je nu cultteksten kunnen noemen: de erotische, zeer expliciete poëzie van Matthijs van der Merwede in Uyt-heemsen oorlog ofte Roomse min-triomfen bijvoorbeeld, of het gruweltoneelstuk De veinzende Torquatus van Geeraardt Brandt. Erg veel plezier heb ik ook beleefd aan de zeventiende-eeuwse reclameteksten en graffiti die Hieronymus Sweerts verzamelde: Koddige en ernstige opschriften, op luyffens, wagens, glazen, uithangborden en andere taferelen, van langerhand by een gezamelt en uitgeschreven, door een liefhebber der zelve, en Kort verhaal van het vangen van een (Soo genaamde) Walvis, voor-gevallen bij S. Anna-land, op den 7. October 1682 van Abraham Janszoon van Oelen vond ik heel charmant. Hij beschrijft daarin een gebeurtenis die hij uit de eerste hand heeft kunnen optekenen: hoe een grote walvis opduikt voor de kust van Zeeland en door een visser en zijn zoon wordt gevangen, in stukken gesneden en verkocht. Het is alsof je er zelf bij bent.
Boeken die je vroeger alleen op afspraak en met handschoenen aan in een afgelegen zaaltje van een universiteitsbibliotheek kon lezen, zijn nu, dankzij DBNL, nog maar een paar muisklikken van je verwijderd. Voor de nabije toekomst heb ik nog drie wensen voor deze digitale bibliotheek. Er staan ten eerste nog vrij veel typfouten in de teksten. Of eigenlijk leesfouten, want ik neem aan dat de teksten automatisch zijn ingelezen door Optical-Character-Recognition-software. Daarbij zijn sommige letters verkeerd gelezen. Het zou mooi zijn als dat op den duur gecorrigeerd kan worden. Vervolgens: wie oude teksten leest, komt woorden tegen die hij niet kent. Het zou handig zijn als je op zo’n woord kunt klikken en dan meteen te zien krijgt wat de grote historische woordenboeken van het Nederlands zeggen over de betekenis van dat woord. En het wordt tot slot tijd dat ook de oudste langere tekst van het Nederlands in DBNL wordt opgenomen: de Leidse Willeram, een prachtige bewerking van het Hooglied in voor ons heel vreemd klinkend heel oud Nederlands.’
Berthold van Maris is wetenschapsjournalist en schrijft onder andere voor NRC Handelsblad, De Standaard en Onze Taal.
Foto: Sanderijn Wingens
Noot van de redactie: DBNL hanteert voor de digitalisering een correctheidspercentage van 99,995%. Er zal dus altijd een beperkt aantal fouten in de gedigitaliseerde teksten aanwezig zijn. Mist u ook een werk op onze site? Stuurt u dan een digitaliseringsverzoek in.
Parels uit de DBNL
Het succes van den rechercheur van auteur P. Tesselhoff staat al jaren in elk overzicht van Nederlandse detective- of misdaadromans. Het heeft dan ook de naam de allereerste echte Nederlandse misdaadroman te zijn en het is een zeer gezochte uitgave, want antiquarisch is er bijna niet aan te komen. Het verscheen in 1900 als nummer 128 in de reeks Warendorf's novellen-bibliotheek, één van de vele reislectuurreeksen die in die tijd verschenen: zeer populaire boekjes in hoge oplagen, maar slecht bewaard door bibliotheken.
Hoe slecht bleek wel in 2015, toen bij de redactie van de DBNL het verzoek binnenkwam om Het succes van den rechercheur te digitaliseren. Geen enkele bibliotheek in Nederland bleek over een exemplaar van Tesselhoffs eersteling te beschikken. Ook de Koninklijke Bibliotheek (KB) in Den Haag had het niet. Een verzamelaar van misdaadromans kon echter een kopie van het zeldzame boekje verschaffen. Die kopie is nu gedigitaliseerd, zodat de tekst in ieder geval via de DBNL beschikbaar is. De kopie is gemaakt van een verzamelbandje van Warendorf’s novellen: na verloop van tijd werden de korte verhalen (altijd 48 pagina’s) namelijk gebundeld en Romeins genummerd. De kopie is dus gemaakt van Warendorf’s novellen-bibliotheek XXII, waarin ook verhalen werden opgenomen van N. van Harpen, Frans Arnold, Frederik Rompel en Peter Roseggger.
De rechercheur uit de titel is de privé-detective Louwrens Tips, ex-rechercheur bij de Amsterdamse politie. Hij wordt getypeerd als ‘een bekwamen speurhond’ en ‘een mirakel van slimheid’. Curieus genoeg duikt deze rechercheur pas op pagina 34 van het 48 pagina’s tellende boekje voor het eerst op, gehuld in een vreemde uitdossing: ‘Hij was als het waren begraven in een zwaren ulster en zijn hoofddeksel, een plat soort fantasiehoed, gaven hem een eenigszins komisch aanzien.’ Hij meldt zich als zodanig bij de villa van de familie Hochfeld om een zaak rond de secretaris van de familie, ene meneer Ansel, op te lossen. Die bleek valselijk beschuldigd te zijn geweest van fraude en daarom had zijn vrouw met hun kind hem verlaten. De hele voorgeschiedenis wordt in de voorgaande pagina’s uitgebreid uit de doeken gedaan, waarna Tips in sneltreinvaart de zaak oplost.
De Nederlandse kritiek, voor zover terug te vinden, reageerde bij verschijnen van deze novelle nog niet heel wild. Het maandblad Nederland oordeelde zuinigjes dat Tesselhoffs ‘Sherlock-Holmes-novelle intusschen nog niet haar model voorbijstreeft.’ Er wordt onder kenners van het genre overigens ook nog wel gedebatteerd over de vraag of Het succes van den rechercheur daadwerkelijk de echte eerste Nederlandse misdaadroman is. Want was bijvoorbeeld Melati van Java met Ontmaskerd (1887) niet eerder met een roman met misdaadelementen? Ook wordt wel gewezen op De verborgenheden van Amsterdam uit 1844 van L. van Eikenhorst (Jan David de Vries) als grondlegger, met al zijn aandacht voor de onderwereld.
Maar Tesselhoff kan wel de eerste formule-schrijver van de Nederlandse misdaadroman worden genoemd, een voorloper van auteurs als Baantjer met zijn De Cock, want hij liet in 1901 zijn rechercheur Tips alweer optreden in het vervolg: Avonturen van rechercheur Tips. Hoe dan ook is Het succes van den rechercheur van Tesselhoff een belangrijke schakel in de ontwikkeling van de Nederlandse misdaadroman. En nu is het boek dus eindelijk digitaal toegankelijk.
P. Tesselhoff Jr., Het succes van den rechercheur. Van Holkema & Warendorf, Amsterdam 1900